Interview met Evert Hogendoorn – Technisch Directeur bij De Vries en Verburg

Evert Hogendoorn is al 24 jaar verbonden aan De Vries en Verburg. Hij begon als werkvoorbereider, groeide door naar projectleider en hoofd projectleiding, en is sinds  2017 technisch directeur. In die rol is hij verantwoordelijk voor de planontwikkeling en contractvorming van projecten tot aan de realisatieovereenkomst. Daarna draagt hij de uitvoering aan zijn collega’s over. “Mijn taak is om projecten vanaf het eerste contact tot aan de handtekening technisch en contractueel goed neer te zetten,” vertelt hij.

Samenwerking met Topos

Een vaste partner in dat proces is Topos. De samenwerking is intensief en langdurig, met gezamenlijke projecten zoals de Wegastraat in Den Haag, Logistiek & Milieu TU Delft en het Groene Hart Ziekenhuis in Gouda. Sinds de oprichting van Topos Fields is de engineering onderdeel geworden van de samenwerking. “Topos weet de vertaalslag van ontwerp naar maakbaarheid goed te maken. Dat is precies wat wij nodig hebben.”

Maakbaarheid als sleutelbegrip

Maakbaarheid is volgens Evert een terugkerend struikelblok in de bouw. “Een ontwerp kan esthetisch prachtig zijn, maar moet ook uitvoerbaar zijn. Daarom is het essentieel om al vroeg in het proces partijen zoals Topos te betrekken voor de engineering.” Hij benadrukt dat het niet alleen gaat om technische haalbaarheid, maar ook om betaalbaarheid en planning.

“Een mooi ontwerp is pas waardevol als je het ook kunt bouwen”

Digitale uitdagingen

De overgang naar BIM-modellen biedt voordelen, maar brengt ook uitdagingen met zich mee. “Traditionele werkvoorbereiders missen soms het overzicht in digitale modellen. Je ziet niet altijd hoe ver een ontwerp is uitgewerkt, en dat kan leiden tot verlies van grip en fouten op de bouwplaats.” Volgens Evert is een goed integraal ontwerp, waarin alle disciplines zijn afgestemd, cruciaal om verrassingen te voorkomen.

Esthetiek versus maakbaarheid

“Vergrijzing van hout is nog te accepteren,” zegt Evert, “maar uitloging geeft vieze strepen – dat vinden architecten echt vervelend.” Het gebruik van natuurlijke materialen vraagt om slimme detaillering en bewuste ontwerpkeuzes. Per slot van rekening willen we een gebouw dat niet alleen esthetisch mooi en bijzonder is, maar ook maakbaar en betaalbaar.

“Mooie materialen vragen om slimme, doordachte en betaalbare ontwerpen”

Hybride bouwen en biobased materialen

Evert gelooft in het combineren van materialen op hun kracht: hout, beton en staal elk met hun eigenschappen. Toch zijn er risico’s, vooral bij hout. “Vocht blijft een aandachtspunt, en grote CLT-platen kunnen scheuren. Niet constructief, maar wel zichtbaar – en dat is zonde.” Biobased bouwen is zeker in opkomst, mede door duurzaamheidseisen. “De toekomst is positief, maar we moeten blijven samenwerken en aandacht houden voor technische haalbaarheid.”

“Een hybride gebouw is geen compromis – het is slim combineren.”

Modulair bouwen: kansen en beperkingen

Volgens Evert geeft modulair bouwen zeker kansen. “Het gaat om het principe van vaste moduulmaten, niet per se om het materiaal.” Hij ziet vooral kansen in woningbouw en hotelsectoren, waar herhaalbaarheid en standaardisatie goed werken. “Studio’s en kleinere woningtypes lenen zich uitstekend voor modulaire oplossingen.” In kantorenbouw ligt dat anders: “Beleggers ontwerpen gericht op specifieke huurders. Dat maakt standaardisatie lastig.”

Bouwteams: samenwerken aan succes

Een succesvol bouwteam begint volgens Evert bij een gedeeld doel. “Het gaat vaak mis omdat belangen niet goed worden uitgesproken. Architecten, aannemers en opdrachtgevers hebben allemaal hun eigen drijfveren.” Topos speelt hierin een verbindende rol. “Ze denken mee, stellen kritische vragen en helpen het ontwerp te vertalen naar iets wat echt gebouwd kan worden. Dat voorkomt patstellingen.”

Heldere communicatie is essentieel. “Een goede kick-off is geen formaliteit – het is de basis van samenwerking.” Evert pleit voor het gezamenlijk bespreken van ontwerpkeuzes en budgetten. “Op 9 van de 10 projecten wordt bezuinigd. Dat geeft altijd een negatieve lading. Terwijl als je binnen het budget ontwerpt en zelfs kunt opwaarderen, wordt iedereen blij.”

Van binnen naar buiten ontwerpen

Meestal wordt er van buiten naar binnen ontworpen. De gevel is vaak bepalend en de indeling is soms van ondergeschikt belang. Dat mag soms, maar bij appartementen pleit Evert voor ontwerpen van binnen naar buiten. “De meeste mensen zijn binnen – daar moet de indeling gewoon kloppen.” Bij iconische gebouwen mag het juist andersom. “Voor de gemeente moet de buitenkant van het ontwerp soms een icoon zijn, voor beleggers en bewoners van appartementen moet het ook praktisch zijn. Dat botst soms met standaard grids en bouwlogica.”

“Een icoon bouwen in een standaard grid? Dat is een grote uitdaging.”

Innovatie en AI

AI biedt kansen in efficiëntie en faalkostenreductie. “We gebruiken het al voor clashdetectie en automatische tekenopdrachten. Maar AI is een hulpmiddel – je hebt mensen nodig die het overzicht bewaren.” De rol van partijen zoals Topos wordt alleen maar belangrijker. “AI kan helpen bij het genereren van plattegronden, maar de input bepaalt de output. Je hebt mensen nodig die weten wat ze doen – en daar zit de meerwaarde van Topos.”

Bij architectenbureaus ontstaan nieuwe functies, zoals programmeurs. “Architecten worden steeds meer ontwerpers én programmeurs. Dat vraagt om nieuwe vaardigheden en samenwerkingen.”

Tot slot

De Vries en Verburg kiest bewust voor maatwerk. “We zijn geen conceptbouwer. We bouwen op basis van de vraag van de klant. Dat vraagt om flexibiliteit én samenwerking met partijen die dat begrijpen.” Volgens Evert kunnen maakbaarheid, standaardisatie, flexibiliteit en esthetiek prima samengaan. “Het vraagt om slim ontwerpen, goed overleg en meedenken.”